Harrie Spijkers, beheerst Meesterparketteur

16-06-2019
Harrie Spijkers, beheerst Meesterparketteur

In het kleine, typisch Brabantse esdorp Riel met verscheidene gebouwen die pronken op de Rijksmonumentenlijst, vind je aan de doorgaande weg naar Alphen en Baarle-Nassau, de eerste Meesterparketteur van de regio Tilburg. Al heel vaak ben ik hier langs gereden en altijd werd mijn aandacht gevangen door deze kleine speciaalzaak met een grootse uitstraling. 
Harrie Spijkers, beheerst Meesterparketteur
De winkel is zojuist opengegaan en er is meteen volop bedrijvigheid. Nieuwsgierig naar de man achter deze zaak en zijn motivatie om zich in juist dit dorp te vestigen, stap ik op hem af. Spijkers is best gewend aan publiciteit, getuige de artikelen die de showroom sieren. Dat krijg je als je bijzondere dingen doet en maakt.


Perfectionistische aard
Verre van ideale gezinsomstandigheden dwongen Spijkers om op jonge leeftijd aan het werk te gaan. Via de meubelmakerij rolde hij uiteindelijk in 1988 de parketbranche in, aangetrokken door de traditionele manier van werken zoals het tapis leggen. “Zo hoort het,” zegt Spijkers, “dat vakmanschap vind ik mooi en belangrijk.” In 1993 besloot hij om voor zichzelf te beginnen. “Het is voor mij onmogelijk om toe te moeten zien als je weet en voelt dat werk, processen en materialen beter kunnen dan je baas nodig acht. Ik wilde op ambachtelijker en preciezer wijze werken en startte als freelancer. Om klanten echt goed te kunnen bedienen wilde ik ook een showroom van waaruit goed geadviseerd kan worden.” Spijkers omschrijft zichzelf als een perfectionist. “Dat zit gewoon in mij, ik ben erg gedisciplineerd en ga voor de 10.”

“Soms is het, ook voor anderen, vermoeiend om veeleisend te zijn. Voor mezelf ben ik niet makkelijk en van anderen verwacht ik eenzelfde inzet en houding. Bij het Nederlands Kampioenschap Parketleggen ben ik betrokken als (blind) jurylid. Hier beoordeel ik uitsluitend de gemaakte werkstukken, streng maar rechtvaardig. Ik vind het mooi dat de deelnemers tot het uiterste gaan om het beste in zichzelf naar boven te halen. In het hogere segment kun je gewoon niet met gemiddeld aankomen. Werken wil ik alleen met mensen die volledig achter hun werk en product staan.”


Gilde van MeesterParketteurs
Deze hardwerkende doorzetter met een sociaal hart sleepte in 2014 de titel ‘Gediplomeerde MeesterParketteur’ in de wacht, de hoogst haalbare kwalificatie op dit vakgebied.
“De Meestertitel wordt toegekend op persoonlijke titel,” vertelt Spijkers. “De commissie heeft me uitgenodigd om mijn werk te presenteren, competenties af te leggen en werkstukken te overhandigen om op te gaan voor de Meestertitel. Elke vijf jaar moet je opnieuw je portfolio inleveren, wordt inhoudelijke vakkennis getest en dien je zelf op de vloer werkzaam te zijn om deze ambtsbenaming te kunnen prolongeren.
Gildeleden hebben passie voor het vak en zijn veelal kleinschalige bedrijven. Binnen het Gilde kunnen we veel van elkaar leren en bij elkaar te rade gaan. Voor grotere en meer speciale projecten kunnen we onze krachten bundelen en deze samen realiseren. Deze titel en dit genootschap geeft voldoening en erkenning maar ik heb altijd al op deze manier gewerkt. Voor de buitenwacht is het wel goed om deze titel te kunnen voeren omdat hij staat voor kwaliteit en vakmanschap. Dat geeft vertrouwen.”

Niet jakkeren
“Een klant mag niet zeggen wanneer iets af moet zijn,” zegt Spijkers gedecideerd. “Die druk wil ik niet hebben in mijn werk, ook niet voor mijn jongens met wie ik al twintig en vijftien jaar samenwerk. Snel & Goed gaan in mijn ogen niet samen. Een goed product maken vergt tijd en daar neem ik de ruimte voor. Dit is mijn arbeidsethos en daar wijk ik niet vanaf. Er wordt niet gehaast, pertinent niet! Parketleggen is een fysiek zwaar beroep en daar moet je goed mee omgaan. We werken hard en zorgvuldig, beginnen op tijd maar gaan niet jakkeren. Onherroepelijk loop je tegen onvoorziene omstandigheden aan en je hebt dan tijd nodig om de beste oplossingen te bedenken. We gaan iets moois maken en dan moet er ruimte zijn voor overleg en het doorspreken van de kleinste details. Die bepalen juist het onderscheidende vakmanschap.”


Mens erger je niet…
“Ik kan me ergeren aan mensen die niet vakbekwaam zijn en aan de prijsvechters. Waarom die massa? Waarom die druk? Daar wordt toch niemand gelukkig van? Dat er weinig werken zoals wij vind ik echt jammer. Aan de jonge garde zou ik willen meegeven: wat verwacht je vanzelf? Wat kun je zelf?

Leer jezelf het ambacht goed aan en probeer vooral te genieten van dit mooie vak. Voer het op de juiste wijze uit, sla geen handelingen over en laat je niet onder druk zetten. Als een klant kritischer is dan jijzelf bent, dan is het niet goed. Een klant mag jou niet kunnen wijzen op foutjes in het werk. Neem de tijd die ervoor staat om het project vakkundig uit te kunnen voeren. Dan heb je zelf eer van je werk, is de klant helemaal blij en kun je voldaan je project verlaten.”

Absolute passie
“Mijn passie ligt bij het maken van bijzondere dingen met veel technische uitdaging. Een klant bracht een traphek mee en wilde daar in de vloer op voortborduren. Ik heb toen een Romaans verband gelegd, dat meestal in een tegelvloer verwerkt wordt. Dit patroon als parket te leggen was nog nooit eerder gedaan. In het Romaans verband zijn verschillende zaagmethodes toegepast waardoor het totaal levendig en speels wordt. $In opdracht van Studio Job heb ik een uniek labyrint in het Groninger Museum gelegd. Via ambachtelijk meubelmaker en restaurateur Jan Michels werd ik aangetrokken voor de realisatie. Ontwerpers zijn vaak heel eigenwijze mensen en goed overleg tussen de designwensen en de technische mogelijkheden is noodzakelijk. We hebben wel wat uit te vechten gehad,” lacht Spijkers. “De voorbereiding alleen al kostte maanden maar het resultaat is prachtig geworden.”


Dromen waarmaken
Naast dat Spijkers hoopt dat hij nog lang op deze wijze mag doorgaan in zijn werk, is zijn grootste droom begin van dit jaar in vervulling gegaan.
“Omdat het vroeger thuis niet geweldig was ben ik jong gaan werken bij een vriend in een Chinees restaurant. Met deze Chinezen ben ik feitelijk opgegroeid en heb ik een bijzonder warme band met hen ontwikkeld. Door hen kwam ik in aanraking met Wushu, bij ons beter bekend als Kung Fu. Letterlijk betekent dit ‘vaardigheid’ en dat kan op heel verschillende disciplines van toepassing zijn. China op de Chinese wijze beleven, met de locals op pad door het land en de oorsprong van Wushu met eigen ogen aanschouwen was mijn grote droom. Samen met mijn zwager ben ik rondgetrokken en zijn we naar de Shaolin Tempel gereisd. Deze is vijftienhonderd jaar oud en volgens de overlevering zijn de krijgskunsten hier ontstaan. De legende vertelt dat een Indiase monnik naar deze tempel is gekomen en voor de grot, die zich op tweeduizend meter hoogte bevindt, negen jaar lang heeft gemediteerd. Hij observeerde dieren als tijgers, bidsprinkhanen en slangen en zag hen met elkaar vechten. Deze wijze van strijden vertaalde hij in vloeiende bewegingen en zo vormde zich de Shaolin Kung Fu. Martial Arts versterkte de monnik zowel fysiek als mentaal en hij richtte een school op om zijn vaardigheden door te geven. Aan deze school heb ik nu ook kunnen trainen. Het bijzondere aan Shaolin kungfu is dat je de geschiedenis terugziet in alle vormen. Elke vorm en beweging vertelt een verhaal. Shaolin kungfu is behalve een vechtkunst, ook een ‘Way of life’. Doorzetten, kalm blijven, beheerst en perfectionistisch zijn matcht goed met mijn persoonlijke aard en is de rode draad in mijn werk en leven.”

Harrie Spijkers, beheerst Meesterparketteur
Harrie Spijkers, beheerst Meesterparketteur
Harrie Spijkers, beheerst Meesterparketteur
Harrie Spijkers, beheerst Meesterparketteur
Harrie Spijkers, beheerst Meesterparketteur
Harrie Spijkers, beheerst Meesterparketteur